Campo Argilla - I Campi 2021

‘I Campi’ zegt eigenlijk al direct waarbij het bij dit wijnhuis uit Veneto om draait : de letterlijke vertaling is ‘de velden’. Voor Flavio Prà is de wijngaard de absolute basis in het ganse wijnmakersproces. Hij heeft dus met zeer veel zorg en aandacht naar de perfecte locatie gezocht. Deze wijnbouwer uit Verona belichaamt de vierde generatie van een wijnfamilie. Na zijn studies oenologie werd hij consulterend oenoloog bij wijnhuizen uit Veneto en ook uit de rest van Italië. Na vijftien intense jaren waarin hij de nodige expertise heeft opgebouwd vond hij de tijd rijp voor een eigen project.

Voor de percelen met witte druivenrassen viel de keuze op laag gelegen percelen aan de oevers van het Gardameer en in de heuvels van Monteforte d’Alpone. De laat-rijpe Garganega druif is het meest gebruikte ras in Soave. Bij de aanplant van deze druif is de keuze van de bodem zeer belangrijk want op een vruchtbare bodem zijn de rendementen moeilijk onder controle te houden. Bij I Campi gedijen ze op een vulkanische bodem en laten hierdoor wel voldoende materie en structuur zien waarbij de vrij hoge aciditeit van de Garganega druif ook nog eens voor een mooie fraîcheur en bewaarpotentieel zorgt. Flavio’s visie op wijnbouw sluit hier nauw bij aan : hij is op zoek naar de essentie en de typiciteit van het druivenras. Het natuurlijke potentieel mag absoluut niet overschaduwd worden door de ingrepen van de wijnmaker. Verder verbouwen ze ook nog Trebbiano. Deze druif die we ook kennen als Ugni Blanc in Frankrijk is genetisch verwant met Garganega. Door zijn late bloesem ontsnapt hij aan de voorjaarsvorst.

Voor de rode druivenrassen is Flavio de experimentele toer opgegaan. Hij wou de typische Valpolicella variëteiten zo hoog mogelijk cultiveren en spreekt zelf over ‘berg-wijnbouw’. Dit project geeft hem de kans om te experimenteren met nieuwe technieken die de hoogst mogelijk kwaliteit uit de druiven moet halen. Zijn percelen liggen nabij de heuvels van Monti Lessini. Dit unieke landschap kent zijn oorsprong in het grootste glaciale meer van Italië en sterkt zich uit tot aan de historische onderwatervulkanen die we vandaag kennen als de heuvels van Berici Euganei. In deze uitlopers van de Alpen lopen twee lange en diep uitgesneden valleien die resulteren in een constante valleiwind en dusdanig voor optimale temperaturen zorgen om aan wijnbouw te doen. Het terroir van de wijngaarden die allemaal boven de 250 meter boven de zeespiegel liggen wordt beïnvloed door de erosie en tektonische bewegingen van de Lessini heuvels. Sommige percelen zijn zo steil dat ze gedeeltelijk in terrassen zijn uitgebouwd.

Deze percelen zijn beplant met de klassieke druivenrassen voor de appellatie. Naast een meerderheid aan Corvina vinden we er ook Rondinella en Croatina. De eerstgenoemde kent zijn origine in Kroatië. Rondinella wordt bijna uitsluitend in Veneto verbouwd. Deze druif is goed bestand tegen ziektes en doordat hij gemakkelijk te drogen is een ideale kandidaat voor Amarone. Croatina wordt in Veneto iets minder frequent gecultiveerd. Zijn karakteristieken zijn gelijkend aan de beter gekende Dolcetto druif. In kleine percentages wordt hij ook gedroogd om in Amarone te worden gebruikt. Deze streek is natuurlijk beroemd om zijn Amarone wijnen. Hierbij worden de druiven laattijdig geplukt en drogen daarna gedurende een 4-tal maanden. Dit verhoogt het suikergehalte dat dan op zijn beurt wordt omgezet naar alcohol tijdens de lange fermentatie. Amarone wijnen vertonen dus meer concentratie dan een Valpolicella en hebben ook een hoger alcoholpercentage. De most van de Amarone wordt gebruikt om een Valpolicella Ripasso te maken. Deze zit qua materie en alcoholpercentage tussen een Amarone en een Valpolicella.

Flavio Prà straalt een enorme passie voor wijn uit, waarbij respect voor de ranken en de bodem waarop ze groeien het allerbelangrijkste is. Hij hoopt vurig dat zijn kinderen de door hem gekozen weg zullen volgen.